Recent onderzoek naar het Concerthuis in de Groningse Poelestraat 30 in verband met de voorgenomen afbraak van dit zalencomplex heeft nieuwe informatie aan het licht gebracht over het gebruik van dit pand door de plaatselijke loge. Het Concerthuis bestaat uit een 16de-eeuws woonhuis aan de straat met een achterhuis, dat tot in de 18de eeuw diverse malen werd uitgebreid. Onderzoeker Wija Friso bespreekt in het Jaarboek Hervonden stad de geschiedenis van het pand.
Loge L'Union Provencale maakte vanaf 1775 gebruik van het pand, toen nog zonder achterhuis, dat eigendom was van logelid J.P. Riedel. In 1778 werd het pand verkocht, maar de loge zou nog tot 1795 van dit onderkomen gebruik maken. En na een verbouwing in 1809-10 keerde zij nogmaals op deze locatie terug.
In Wija's artikel zijn vroeg 20ste-eeuwse illustraties opgenomen, die de oorspronkelijke inrichting en decoratie van de bovenzaal laten zien. Zo was een wandschildering in de vorm van een klassieke tempel aanwezig, evenals stucwerk met Egyptiserende motieven. Mogelijk werden deze aangebracht voor gebruik van deze zaal door de loge. Specifiek maçonnieke symboliek is in de decoraties echter niet te herkennen. Andere gebruikers van het pand waren onder meer het plaatselijke Natuurkundig Genootschap.
Jammer is, dat het pand moet wijken voor stadsvernieuwing en daarmee alweer een stukje maçonniek erfgoed verloren gaat.
Publicatiegegevens: Wija Friso, 'Een nieuw gebouwde Concertzaal in de Poelestraat', in: Hervonden stad. 12e Jaarboek voor archeologie, bouwhistorie en restauratie in de Gemeente Groningen, Groningen 2007, pp.127-140.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten