Op de valreep voor de jaarwisseling rolde een nieuwe OVN-publicatie van de drukpers. Inmiddels zijn ook alle eerdere OVN-uitgaven weer op voorraad. Wellicht is dit een goed moment om ze even op een rijtje te zetten:
Vrijmetselarij in Nederland. Een kennismaking met de wetenschappelijke studie van een ‘geheim’ genootschap, Den Haag 2003, ISBN 90-807778-1-1. 102 pagina’s, A4 formaat.
Bundel lezingen van het eerste OVN-congres, gehouden in de Universiteit Leiden. Prijs € 10,- / Korting OVN-donateurs € 2,50. Verzendkosten € 2,20.
Masonic and Esoteric Heritage. A New Perspective for Art and Heritage Policies, Den Haag 2005, ISBN 90-807778-2-X. 246 pagina’s, A5 formaat.
Bundel lezingen van het eerste internationale OVN-congres, gehouden in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Prijs € 12,50 / Korting OVN-donateurs € 2,50. Verzendkosten € 2,64.
Symbolism in 18th Century Gardens. The Influence of Intellectual and Esoteric Currents, such as Freemasonry, Den Haag 2006, ISBN 90-807778-3-8. 374 pages, A5 formaat.
Bundel lezingen van het tweede internationale OVN-congres, gehouden in Slot Schwetzingen, Duitsland. Prijs € 20,- / Korting OVN-donateurs € 5,-. Verzendkosten € 2,64.
Archiefwijzer maçonnieke archieven. Overzicht van historische archieven van Nederlandse vrijmetselaarsorden in openbare collecties, Den Haag 2007, ISBN 978-90-807778-4-2. 114 pagina’s, A5 formaat.
Onderzoeksgids. Prijs: gratis voor OVN-donateurs.
De laatstgenoemde publicatie, de Archiefwijzer, wordt 25 januari 2008 gepresenteerd op een congresmiddag over esoterische archieven en bibliotheken (zie de Agendarubriek elders op deze website). Alle aanwezigen ontvangen een gratis exemplaar. Donateurs die het congres niet kunnen bijwonen, wordt na het congres een exemplaar toegezonden.
zaterdag 29 december 2007
woensdag 19 december 2007
Afscheidscollege prof. Van de Sande
Op 5 februari 2008 zal prof.dr. Anton van de Sande een afscheidscollege geven als bijzonder hoogleraar Vrijmetselarij als geestesstroming en sociaal-cultureel Europees verschijnsel. Van de Sande was bij zijn benoeming in 2000 de eerste hoogleraar voor het vakgebied in ons land en heeft als zodanig pionierswerk verricht.
Het college vindt plaats in het Groot Auditorium van het Academiegebouw, Rapenburg 73 te Leiden om 16.15 uur en is openbaar toegankelijk. De belangstelling zal naar verwachting groot zijn (bovendien dient men rekening te houden met parkeerproblemen in de Leidse binnenstad).
Het college vindt plaats in het Groot Auditorium van het Academiegebouw, Rapenburg 73 te Leiden om 16.15 uur en is openbaar toegankelijk. De belangstelling zal naar verwachting groot zijn (bovendien dient men rekening te houden met parkeerproblemen in de Leidse binnenstad).
zaterdag 15 december 2007
Nieuwe hoogleraar vrijmetselarij
De leerstoel voor Vrijmetselarij als geestesstroming en sociaal-cultureel Europees verschijnsel aan de Universiteit Leiden heeft de benoeming van haar nieuwe hoogleraar aangekondigd: prof.dr. Malcolm Davies.
Davies is muziekhistoricus, gespecialiseerd in de relatie tussen vrijmetselarij en muziek, zoals het lidmaatschap van componisten van de orde en de publicatie van maçonnieke liederen. Zijn dissertatie The Masonic Muse. Songs, Music and Musicians Associated with Dutch Freemasonry: 1730–1806 verscheen in 2005 in een handelseditie bij de Koninlijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis. Davies werd vervolgens twee maal een OVN-onderzoeksbeurs toegezegd voor vervolgonderzoek naar het onderwerp. De OVN is dan ook zeer verheugd over deze benoeming en ziet uit naar een goede samenwerking.
Davies is muziekhistoricus, gespecialiseerd in de relatie tussen vrijmetselarij en muziek, zoals het lidmaatschap van componisten van de orde en de publicatie van maçonnieke liederen. Zijn dissertatie The Masonic Muse. Songs, Music and Musicians Associated with Dutch Freemasonry: 1730–1806 verscheen in 2005 in een handelseditie bij de Koninlijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis. Davies werd vervolgens twee maal een OVN-onderzoeksbeurs toegezegd voor vervolgonderzoek naar het onderwerp. De OVN is dan ook zeer verheugd over deze benoeming en ziet uit naar een goede samenwerking.
Nieuwe MA geschiedenis vrijmetselarij
Het Centre for Research into Freemasonry aan de Universiteit Sheffield zal in 2008 een MA-cursus (Master opleiding) ‘History of Freemasonry and Fraternalism’ aanbieden. Hiermee heeft deze Universiteit de primeur van een eerste volwaardige opleiding, die tot een erkend academisch diploma voor dit onderwerp leidt. Nog spannender is, dat de MA-cursus vanaf 2009 ook ‘op afstand’ zal worden aangeboden. Gebruik van digitale middelen zal belangstellenden buiten Groot-Brittannie dan ook de mogelijkheid bieden zich hierin te specialiseren.
zaterdag 8 december 2007
Vrijmetselarij in Spanje
Van prof.dr. J.A. Ferrer Benimeli ontving de OVN weer een lijvige, twee-delige congresbundel: La Masoneria Espanola en La Epoca de Sagasta (1546 pagina’s!). Deze publicatie verscheen naar aanleiding van het gelijknamige congres van het Centro de Estudios Históricos de la Masonería Española (CEHME) aan de Universiteit van Zaragosa over de vrijmetselarij in Spanje gedurende het Grootmeesterschap van Praxedes Mateao-Sagasta (1825-1903).
De publicatie bevat artikelen over de relatie tussen vrijmetselarij en jodendom; antimaçonnieke tendenzen en politieke ontwikkelingen; biografieën van invloedrijke Spaanse vrijmetselaren; de geschiedenis van de vrijmetselarij in diverse Spaanse regio’s, maar ook in Portugal, Cuba, Puerto Rico en Argentinie; en over internationale maçonnieke relaties.
Vanwege de taalbarrière nemen Europese onderzoekers helaas nog veel te weinig kennis van het onderzoek, dat in Spaanstalige landen wordt verricht naar de geschiedenis van de vrijmetselarij in Europa en haar voormalige koloniën in West-Indië. Wie het Spaans wel beheerst, beseft bij het lezen van deze congresbundel (alweer de 11de onder Benemeli's redactie) welke zeer belangrijke stimulerende kracht het CEHME in het vakgebied vormt. Ook de nieuwsbrief van het CEHME, waarin jaarlijks een lange lijst van alle nieuwe publicaties in binnen- en buitenland is opgenomen, getuigt daarvan.
Publicatiegegevens: J.A. Ferrer Benemeli (red.), La Masoneria Espanola en La Epoca de Sagasta, Zaragosa 2007, 2 delen, ISBN 978-84-8380-050-8.
De publicatie bevat artikelen over de relatie tussen vrijmetselarij en jodendom; antimaçonnieke tendenzen en politieke ontwikkelingen; biografieën van invloedrijke Spaanse vrijmetselaren; de geschiedenis van de vrijmetselarij in diverse Spaanse regio’s, maar ook in Portugal, Cuba, Puerto Rico en Argentinie; en over internationale maçonnieke relaties.
Vanwege de taalbarrière nemen Europese onderzoekers helaas nog veel te weinig kennis van het onderzoek, dat in Spaanstalige landen wordt verricht naar de geschiedenis van de vrijmetselarij in Europa en haar voormalige koloniën in West-Indië. Wie het Spaans wel beheerst, beseft bij het lezen van deze congresbundel (alweer de 11de onder Benemeli's redactie) welke zeer belangrijke stimulerende kracht het CEHME in het vakgebied vormt. Ook de nieuwsbrief van het CEHME, waarin jaarlijks een lange lijst van alle nieuwe publicaties in binnen- en buitenland is opgenomen, getuigt daarvan.
Publicatiegegevens: J.A. Ferrer Benemeli (red.), La Masoneria Espanola en La Epoca de Sagasta, Zaragosa 2007, 2 delen, ISBN 978-84-8380-050-8.
Logegebouw Groningen
Recent onderzoek naar het Concerthuis in de Groningse Poelestraat 30 in verband met de voorgenomen afbraak van dit zalencomplex heeft nieuwe informatie aan het licht gebracht over het gebruik van dit pand door de plaatselijke loge. Het Concerthuis bestaat uit een 16de-eeuws woonhuis aan de straat met een achterhuis, dat tot in de 18de eeuw diverse malen werd uitgebreid. Onderzoeker Wija Friso bespreekt in het Jaarboek Hervonden stad de geschiedenis van het pand.
Loge L'Union Provencale maakte vanaf 1775 gebruik van het pand, toen nog zonder achterhuis, dat eigendom was van logelid J.P. Riedel. In 1778 werd het pand verkocht, maar de loge zou nog tot 1795 van dit onderkomen gebruik maken. En na een verbouwing in 1809-10 keerde zij nogmaals op deze locatie terug.
In Wija's artikel zijn vroeg 20ste-eeuwse illustraties opgenomen, die de oorspronkelijke inrichting en decoratie van de bovenzaal laten zien. Zo was een wandschildering in de vorm van een klassieke tempel aanwezig, evenals stucwerk met Egyptiserende motieven. Mogelijk werden deze aangebracht voor gebruik van deze zaal door de loge. Specifiek maçonnieke symboliek is in de decoraties echter niet te herkennen. Andere gebruikers van het pand waren onder meer het plaatselijke Natuurkundig Genootschap.
Jammer is, dat het pand moet wijken voor stadsvernieuwing en daarmee alweer een stukje maçonniek erfgoed verloren gaat.
Publicatiegegevens: Wija Friso, 'Een nieuw gebouwde Concertzaal in de Poelestraat', in: Hervonden stad. 12e Jaarboek voor archeologie, bouwhistorie en restauratie in de Gemeente Groningen, Groningen 2007, pp.127-140.
Loge L'Union Provencale maakte vanaf 1775 gebruik van het pand, toen nog zonder achterhuis, dat eigendom was van logelid J.P. Riedel. In 1778 werd het pand verkocht, maar de loge zou nog tot 1795 van dit onderkomen gebruik maken. En na een verbouwing in 1809-10 keerde zij nogmaals op deze locatie terug.
In Wija's artikel zijn vroeg 20ste-eeuwse illustraties opgenomen, die de oorspronkelijke inrichting en decoratie van de bovenzaal laten zien. Zo was een wandschildering in de vorm van een klassieke tempel aanwezig, evenals stucwerk met Egyptiserende motieven. Mogelijk werden deze aangebracht voor gebruik van deze zaal door de loge. Specifiek maçonnieke symboliek is in de decoraties echter niet te herkennen. Andere gebruikers van het pand waren onder meer het plaatselijke Natuurkundig Genootschap.
Jammer is, dat het pand moet wijken voor stadsvernieuwing en daarmee alweer een stukje maçonniek erfgoed verloren gaat.
Publicatiegegevens: Wija Friso, 'Een nieuw gebouwde Concertzaal in de Poelestraat', in: Hervonden stad. 12e Jaarboek voor archeologie, bouwhistorie en restauratie in de Gemeente Groningen, Groningen 2007, pp.127-140.
vrijdag 7 december 2007
William Stirling
In 1897 werd The Canon. An Exposition of the Pagan Mystery perpetuated in the Cabala as the Rule of all the Arts anoniem gepubliceerd. De schrijver van dit invloedrijke werk was de Schotse architect William Stirling (1861-1902). Cis van Heertum, conservator van de Bibliotheca Philosophica Hermetica (BPH) in Amsterdam, deed biografisch onderzoek naar Stirling en kon veel nieuwe feiten boven tafel halen.
Stirling verkeerde in artistieke kringen: tot zijn kennissen behoorden de dichters Wyndham Lewis en W. B. Yeats, de schilder William Rothenstein, de auteur R.B. Cunninghame Graham en de acteur/regisseur Harley Granville-Barker. Van Heertum citeert uit zijn correspondentie met Rotherstein en Cunninghame Graham over het manuscript voor The Canon, en wijst de diverse bronnen aan waarvan Stirling gebruik heeft gemaakt. Stirling prefereerde de antieke godsdiensten boven moderne inzichten en zag in geometrie de sleutel tot alle oude wijsheden. Vanwege zijn voorkeur voor geometrie en kennis van premaçonnieke teksten werd aangenomen dat Stirling vrijmetselaar was, maar Van Heertum vond geen aanwijzingen dat deze veronderstelling juist is.
Van Heertum bespreekt in haar artikel diverse niet eerder gepubliceerde brieven uit de collectie van de BPH, afkomstig uit het bezit van de fotograaf en vrijmetselaar Alvin Langdon Coburn. Deze brieven werden geschreven door auteur/boekverkoper Hugh William Davies, Stirlings zuster Anne en een vriendin, Georgina Naylor. Ze geven nieuwe inzichten in de totstandkoming van The Canon en maken duidelijk dat Stirling een tweede uitgave onder de titel Tradition voorbereidde. Nadat Stirling in 1902 zelfmoord pleegde, kwamen zijn ongepubliceerde notities in handen van zijn vriend Rotherstein en vervolgens zijn zuster Anne. Naylor onderhield contact met Davies over een mogelijke postume publicatie, maar dit is er niet van gekomen. De verblijfplaats van het manuscript is sinds de jaren ‘30 zoek.
Publicatiegegevens: Cis van Heertum, '"This Mysterious Individual, William Stirling": Unpublished Letters Relating to the Author of The Canon (1897)', English Studies 88 (2007) 5, pp. 531–562.
Stirling verkeerde in artistieke kringen: tot zijn kennissen behoorden de dichters Wyndham Lewis en W. B. Yeats, de schilder William Rothenstein, de auteur R.B. Cunninghame Graham en de acteur/regisseur Harley Granville-Barker. Van Heertum citeert uit zijn correspondentie met Rotherstein en Cunninghame Graham over het manuscript voor The Canon, en wijst de diverse bronnen aan waarvan Stirling gebruik heeft gemaakt. Stirling prefereerde de antieke godsdiensten boven moderne inzichten en zag in geometrie de sleutel tot alle oude wijsheden. Vanwege zijn voorkeur voor geometrie en kennis van premaçonnieke teksten werd aangenomen dat Stirling vrijmetselaar was, maar Van Heertum vond geen aanwijzingen dat deze veronderstelling juist is.
Van Heertum bespreekt in haar artikel diverse niet eerder gepubliceerde brieven uit de collectie van de BPH, afkomstig uit het bezit van de fotograaf en vrijmetselaar Alvin Langdon Coburn. Deze brieven werden geschreven door auteur/boekverkoper Hugh William Davies, Stirlings zuster Anne en een vriendin, Georgina Naylor. Ze geven nieuwe inzichten in de totstandkoming van The Canon en maken duidelijk dat Stirling een tweede uitgave onder de titel Tradition voorbereidde. Nadat Stirling in 1902 zelfmoord pleegde, kwamen zijn ongepubliceerde notities in handen van zijn vriend Rotherstein en vervolgens zijn zuster Anne. Naylor onderhield contact met Davies over een mogelijke postume publicatie, maar dit is er niet van gekomen. De verblijfplaats van het manuscript is sinds de jaren ‘30 zoek.
Publicatiegegevens: Cis van Heertum, '"This Mysterious Individual, William Stirling": Unpublished Letters Relating to the Author of The Canon (1897)', English Studies 88 (2007) 5, pp. 531–562.
vrijdag 30 november 2007
Toekomst C.M.C.
De Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden heeft in de zomer van 2007 in haar verenigingsblad aangekondigd, dat zij een nationaal maçonniek centrum wil oprichten op een centrale locatie ergens in Nederland.
Hierin zouden in 2011 het hoofdkantoor van het bestuur, plaatselijke loges en de historische collectie van het Grootoosten, thans ondergebracht in het Cultureel Maçonniek Centrum ‘Prins Frederik’ (C.M.C.), een nieuw onderkomen elders in het land moeten vinden. Het hoofdbestuur van de Orde heeft de regionale besturen van loges opgeroepen tot het indienen van voorstellen voor zo’n nieuw onderkomen.
Dit plan heeft mogelijk ingrijpende gevolgen voor de toekomst van het C.M.C. en vormt een potentieel scenario voor een culturele ramp.
Op verzoek van de Commissie Bezinning Herhuisvesting van het Regioconvent Den Haag van het Grootoosten, heeft de stichting OVN een advies uitgebracht over de mogelijke toekomst van het C.M.C.
In dit advies wordt nadrukkelijk gewezen op het grote cultuurhistorische belang van de collectie in het C.M.C. De historische bibliotheek, archieven en museale voorwerpenverzameling zijn van nationaal belang voor het Nederlandse culturele erfgoed. Het beheer van dit erfgoed brengt een enorme verantwoordelijkheid met zich mee. Haar belang overstijgt in feite dat van een particuliere vereniging, zoals de Orde.
Het advies wijst op de onlosmakelijke band van de collectie met de stad Den Haag, waarin zij historisch gegroeid is, en haar logische en inhoudelijke samenhang met andere Haagse erfgoedcollecties, zoals de Koninklijke Bibliotheek, het Nationaal Archief en het Koninklijk Huisarchief. In academische kringen wordt dan ook gepleit voor plaatsing van de kerncollectie op de lijst van beschermd nationaal erfgoed onder de Wet Behoud Cultuurbezit, zoals dat enkele jaren eerder al met de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam is gebeurd.
Op dit moment is de collectie ondergebracht op een locatie met Monumentenstatus, een pand aan de Prinsessegracht met tuin en koetshuis in de Jan Evertstraat. De OVN wijst op reële mogelijkheden dit met behulp van subsidies te restaureren en vervolgens in te richten als een ‘volwaardige’ publieksinstelling, vergelijkbaar met het naastgelegen Museum Meermanno. Aan deze mogelijkheid lijkt het huidige plan van de Orde vooralsnog voorbij te gaan.
Het advies van de OVN is hier en daar kritisch: het benadrukt welke intensieve zorg de collectie in het C.M.C. vraagt, welke professionele expertise op het gebied van erfgoedmanagement, museale automatisering en fysiek beheer wenselijk zijn, en geeft aan op welke punten het huidige beheer hieraan nog niet voldoet. Het is de vraag of de Orde werkelijk bereid en in staat is de noodzakelijke investeringen te doen, om het voortbestaan en de publieksfunctie van de collectie te garanderen. De Orde is als particuliere vereniging immers afhankelijk van wisselende besturen met wisselende beleidsvisies, en primair gebonden aan de noden van de aangesloten loges en leden. Het beheer en exploitatie van het C.M.C. vraagt juist om een onafhankelijk en stabiel lange-termijn beleid, dat voorziet in het behoud, professioneel beheer en exploitatie, en publiekstoegankelijkheid van dit bijzondere erfgoed.
In het advies wordt nadrukkelijk gesteld dat oprichting van een nationaal maçonniek centrum wenselijk en mogelijk is, maar bij voorkeur anders dan in eerste instantie door het Grootoosten wordt voorgesteld. De OVN pleit voor een loskoppeling van het beheer van de collectie van het bestuur van de Orde. Zij stelt voor de collectie onder te brengen in een onafhankelijke stichtingsvorm, in het bestuur waarvan zowel de Orde, als de wetenschappelijke wereld en de professionele erfgoedsector zijn vertegenwoordigd.
Deze nieuwe stichting zou het C.M.C. in een nieuwe vorm, die van een publiek toegankelijk erfgoed- en kenniscentrum op het vakgebied van de studie van de vrijmetselarij, kunnen beheren en exploiteren. Hiertoe zou zij de bestaande behuizing op de Prinsessegracht en Jan Evertstraat kunnen verwerven, of een nieuw onderkomen in Den Haag kunnen vinden. De stichting zou met steun van de Stichting Vrienden van de Verzamelingen en de Stichting OVN een grote fondsenwervings- en publiciteitscampagne kunnen starten, om vanuit overheidsregelingen, subsidies in de cultuursector en academische wereld voldoende middelen te verwerven om de juiste huisvesting en deskundige bemensing van het centrum te garanderen.
Allereerst zijn de oprichting van de stichting en vervolgens een haalbaarheidsonderzoek gewenst. Dit onderzoek moet aantonen of het inderdaad mogelijk is de collectie op haar oorspronkelijke plek te behouden met behulp van subsidies. Pas als alle opties om dat te realiseren zijn onderzocht, kan worden overwogen om een ander onderkomen in Den Haag te zoeken. Samenwerking met, of onderbrengen van de collectie als bruikleen in, een bestaande erfgoedinstelling in de regio behoort dan tot de alternatieven.
De Commissie Bezinning Herhuisvesting heeft de kern van het OVN-advies overgenomen en zal dit inbrengen in de eerstvolgende vergadering van het Regioconvent Den Haag. Afhankelijk van het oordeel van het Regioconvent, zou het plan mogelijk ook op de landelijke jaarvergadering, het Grootoosten, kunnen worden ingebracht.
Binnen de OVN is zowel expertise op academisch vakgebied ten aanzien van de geschiedenis van de vrijmetselarij aanwezig, als kennis van de erfgoedsector en de subsidiemogelijkheden daarbinnen. In 2006-2007 heeft de OVN met de besturen van gemengde vrijmetselaarsorganisaties gesproken over de beheersproblemen rond hun historische archieven en bibliotheken. In 2008 hoopt zij in samenwerking met deze besturen een plan uit te voeren, dat gericht is op de conservering en inventarisatie van deze collecties op korte termijn, en toegankelijkheid voor studie op lange termijn.
Maar ook andere esoterische organisaties bezitten historische collecties, die beheersproblemen geven, of door ondeskundig handelen of afstoten verloren dreigen te gaan. Het probleem vraagt dus om een landelijke aanpak. In dat kader heeft ook de OVN een toekomstvisie ontwikkeld op de oprichting van een nationaal erfgoed- en kenniscentrum op het vakgebied. Het uitgebrachte advies over de toekomst van het C.M.C. ligt in het verlengde hiervan.
Hierin zouden in 2011 het hoofdkantoor van het bestuur, plaatselijke loges en de historische collectie van het Grootoosten, thans ondergebracht in het Cultureel Maçonniek Centrum ‘Prins Frederik’ (C.M.C.), een nieuw onderkomen elders in het land moeten vinden. Het hoofdbestuur van de Orde heeft de regionale besturen van loges opgeroepen tot het indienen van voorstellen voor zo’n nieuw onderkomen.
Dit plan heeft mogelijk ingrijpende gevolgen voor de toekomst van het C.M.C. en vormt een potentieel scenario voor een culturele ramp.
Op verzoek van de Commissie Bezinning Herhuisvesting van het Regioconvent Den Haag van het Grootoosten, heeft de stichting OVN een advies uitgebracht over de mogelijke toekomst van het C.M.C.
In dit advies wordt nadrukkelijk gewezen op het grote cultuurhistorische belang van de collectie in het C.M.C. De historische bibliotheek, archieven en museale voorwerpenverzameling zijn van nationaal belang voor het Nederlandse culturele erfgoed. Het beheer van dit erfgoed brengt een enorme verantwoordelijkheid met zich mee. Haar belang overstijgt in feite dat van een particuliere vereniging, zoals de Orde.
Het advies wijst op de onlosmakelijke band van de collectie met de stad Den Haag, waarin zij historisch gegroeid is, en haar logische en inhoudelijke samenhang met andere Haagse erfgoedcollecties, zoals de Koninklijke Bibliotheek, het Nationaal Archief en het Koninklijk Huisarchief. In academische kringen wordt dan ook gepleit voor plaatsing van de kerncollectie op de lijst van beschermd nationaal erfgoed onder de Wet Behoud Cultuurbezit, zoals dat enkele jaren eerder al met de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam is gebeurd.
Op dit moment is de collectie ondergebracht op een locatie met Monumentenstatus, een pand aan de Prinsessegracht met tuin en koetshuis in de Jan Evertstraat. De OVN wijst op reële mogelijkheden dit met behulp van subsidies te restaureren en vervolgens in te richten als een ‘volwaardige’ publieksinstelling, vergelijkbaar met het naastgelegen Museum Meermanno. Aan deze mogelijkheid lijkt het huidige plan van de Orde vooralsnog voorbij te gaan.
Het advies van de OVN is hier en daar kritisch: het benadrukt welke intensieve zorg de collectie in het C.M.C. vraagt, welke professionele expertise op het gebied van erfgoedmanagement, museale automatisering en fysiek beheer wenselijk zijn, en geeft aan op welke punten het huidige beheer hieraan nog niet voldoet. Het is de vraag of de Orde werkelijk bereid en in staat is de noodzakelijke investeringen te doen, om het voortbestaan en de publieksfunctie van de collectie te garanderen. De Orde is als particuliere vereniging immers afhankelijk van wisselende besturen met wisselende beleidsvisies, en primair gebonden aan de noden van de aangesloten loges en leden. Het beheer en exploitatie van het C.M.C. vraagt juist om een onafhankelijk en stabiel lange-termijn beleid, dat voorziet in het behoud, professioneel beheer en exploitatie, en publiekstoegankelijkheid van dit bijzondere erfgoed.
In het advies wordt nadrukkelijk gesteld dat oprichting van een nationaal maçonniek centrum wenselijk en mogelijk is, maar bij voorkeur anders dan in eerste instantie door het Grootoosten wordt voorgesteld. De OVN pleit voor een loskoppeling van het beheer van de collectie van het bestuur van de Orde. Zij stelt voor de collectie onder te brengen in een onafhankelijke stichtingsvorm, in het bestuur waarvan zowel de Orde, als de wetenschappelijke wereld en de professionele erfgoedsector zijn vertegenwoordigd.
Deze nieuwe stichting zou het C.M.C. in een nieuwe vorm, die van een publiek toegankelijk erfgoed- en kenniscentrum op het vakgebied van de studie van de vrijmetselarij, kunnen beheren en exploiteren. Hiertoe zou zij de bestaande behuizing op de Prinsessegracht en Jan Evertstraat kunnen verwerven, of een nieuw onderkomen in Den Haag kunnen vinden. De stichting zou met steun van de Stichting Vrienden van de Verzamelingen en de Stichting OVN een grote fondsenwervings- en publiciteitscampagne kunnen starten, om vanuit overheidsregelingen, subsidies in de cultuursector en academische wereld voldoende middelen te verwerven om de juiste huisvesting en deskundige bemensing van het centrum te garanderen.
Allereerst zijn de oprichting van de stichting en vervolgens een haalbaarheidsonderzoek gewenst. Dit onderzoek moet aantonen of het inderdaad mogelijk is de collectie op haar oorspronkelijke plek te behouden met behulp van subsidies. Pas als alle opties om dat te realiseren zijn onderzocht, kan worden overwogen om een ander onderkomen in Den Haag te zoeken. Samenwerking met, of onderbrengen van de collectie als bruikleen in, een bestaande erfgoedinstelling in de regio behoort dan tot de alternatieven.
De Commissie Bezinning Herhuisvesting heeft de kern van het OVN-advies overgenomen en zal dit inbrengen in de eerstvolgende vergadering van het Regioconvent Den Haag. Afhankelijk van het oordeel van het Regioconvent, zou het plan mogelijk ook op de landelijke jaarvergadering, het Grootoosten, kunnen worden ingebracht.
Binnen de OVN is zowel expertise op academisch vakgebied ten aanzien van de geschiedenis van de vrijmetselarij aanwezig, als kennis van de erfgoedsector en de subsidiemogelijkheden daarbinnen. In 2006-2007 heeft de OVN met de besturen van gemengde vrijmetselaarsorganisaties gesproken over de beheersproblemen rond hun historische archieven en bibliotheken. In 2008 hoopt zij in samenwerking met deze besturen een plan uit te voeren, dat gericht is op de conservering en inventarisatie van deze collecties op korte termijn, en toegankelijkheid voor studie op lange termijn.
Maar ook andere esoterische organisaties bezitten historische collecties, die beheersproblemen geven, of door ondeskundig handelen of afstoten verloren dreigen te gaan. Het probleem vraagt dus om een landelijke aanpak. In dat kader heeft ook de OVN een toekomstvisie ontwikkeld op de oprichting van een nationaal erfgoed- en kenniscentrum op het vakgebied. Het uitgebrachte advies over de toekomst van het C.M.C. ligt in het verlengde hiervan.
Uitreiking OVN-onderzoeksbeurs 2007
Begin 2007 werd opnieuw een oproep voor beurskandidaten gedaan. Hierop werd een drietal aanvragen ontvangen, deze maal (voor het eerst) uitsluitend van Nederlandse onderzoekers. In voorgaande jaren was juist het aantal buitenlandse aanvragen opvallend.
De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat twee van de drie aanvragen in aanmerking voor honorering kwamen, maar was over deze twee aanvragen niet volstrekt unaniem in haar oordeel.
Het bestuur van de OVN heeft, de overwegingen van de commissie ter harte nemende, ervoor gekozen geen van hen het volledige beursbedrag (€ 5000,-) toe te kennen. In plaats daarvan de twee kandidaten ieder een gedeeltelijke beurs toegekend, echter onder voorwaarde dat zij hun onderzoeksvoorstel op door de commissie aangewezen punten nog verder aanscherpten.
Inmiddels heeft dr. Malcolm Davies, muziekhistoricus, aan deze voorwaarde voldaan en is hem een beurs van max. € 2500,- toegezegd. Davies is auteur van The Masonic Muse. Songs, Music and Musicians Associated with Dutch Freemasonry: 1730–1806 (Koninlijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, 2005). Het is de tweede maal dat Davies een OVN-onderzoeksbeurs wordt toegekend voor een (vervolg)onderzoek naar de activiteiten van musici in loges, de verspreiding van maçonnieke muziek, en de inhoud van maçonnieke liederen- en gezangboeken. Daardoor wordt de Nederlandse situatie in internationale context geplaatst. Dit maal maakt de beurs bezoek aan maçonnieke collecties in Lyon, St. Gallen, Dresden en Poznan mogelijk. Het project zal uiteindelijk resulteren in een tweede boek over de relatie tussen vrijmetselarij en de muziekgeschiedenis.
De beoordelingsprocedure van de tweede begunstigde aanvraag loopt nog, bericht daarover volgt.
De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat twee van de drie aanvragen in aanmerking voor honorering kwamen, maar was over deze twee aanvragen niet volstrekt unaniem in haar oordeel.
Het bestuur van de OVN heeft, de overwegingen van de commissie ter harte nemende, ervoor gekozen geen van hen het volledige beursbedrag (€ 5000,-) toe te kennen. In plaats daarvan de twee kandidaten ieder een gedeeltelijke beurs toegekend, echter onder voorwaarde dat zij hun onderzoeksvoorstel op door de commissie aangewezen punten nog verder aanscherpten.
Inmiddels heeft dr. Malcolm Davies, muziekhistoricus, aan deze voorwaarde voldaan en is hem een beurs van max. € 2500,- toegezegd. Davies is auteur van The Masonic Muse. Songs, Music and Musicians Associated with Dutch Freemasonry: 1730–1806 (Koninlijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, 2005). Het is de tweede maal dat Davies een OVN-onderzoeksbeurs wordt toegekend voor een (vervolg)onderzoek naar de activiteiten van musici in loges, de verspreiding van maçonnieke muziek, en de inhoud van maçonnieke liederen- en gezangboeken. Daardoor wordt de Nederlandse situatie in internationale context geplaatst. Dit maal maakt de beurs bezoek aan maçonnieke collecties in Lyon, St. Gallen, Dresden en Poznan mogelijk. Het project zal uiteindelijk resulteren in een tweede boek over de relatie tussen vrijmetselarij en de muziekgeschiedenis.
De beoordelingsprocedure van de tweede begunstigde aanvraag loopt nog, bericht daarover volgt.
woensdag 28 november 2007
Bernard Picart
Wie kent niet de bekende prent Les Free Massons, die verscheen in Bernard Picart’s Cérémonies et coutumes religieuses de tous les peuples du monde? Jammer genoeg bereikte de onderstaande aankondiging ons wat laat:
Conference: At the Interface of Religion and Cosmopolitanism: Bernard Picart's Cérémonies et coutumes religieuses de tous les peuples du monde (1723-1743) and the European Enlightenment, 6-8 december 2007.
A conference at the Getty Research Institute and the Clark Library. Organized by Margaret C. Jacob, UCLA, and Wijnand Mijnhardt, Universiteit Utrecht. Co-sponsored by UCLA Center for 17th- & 18th-Century Studies, William Andrews Clark Memorial Library, the Getty Research Institute, and the Netherlands Consulate-General of Los Angeles.
Bernard Picart (1673-1733) was one of the most prolific and talented engravers of his age. He was also intellectually curious, and a player in internationally connected social circles - some with a penchant for Deism and Spinozism. Together with Jean Frédéric Bernard, a French language bookseller and publisher of Huguenot stock based in Amsterdam, he published a seven-volume folio work that sought to capture the ritual and ceremonial life of all the known religions of the world: Cérémonies et coutumes religieuses de tous les peuples du monde (1723-1743). Bernard supplied the 3000 pages of the text while Picart engraved over 250 illustrations.
Its first volume offered the world one of the most sympathetic portraits then available of European Jewry. Despite being the work of two French Protestant refugees and done in Amsterdam, the book attempted to be reasonably accurate about Catholic customs and to cast a more favorable light on the so-called "idolatrous peoples" who on the whole appeared in most of the travel literature as barbarous and even without any religion at all. In the life time of Picart the Dutch Republic stood at the heart of the European book trade. Picart and Bernard took full advantage of the opportunities they found in their adopted land, and the Cérémonies in its various translations sold a remarkable 3000 copies. Its translation into Dutch and English removed some of the more radical comments about religion found in the original French text, but those translations, and one in German, meant that Picart's images became the standard means of portraying many of the world's religions until well into the nineteenth century.
Programma en papers zijn tot 21 december 2008 toegankelijk op de website van het congres.
donderdag 22 november 2007
Comité van aanbeveling
Het internationale comité van aanbeveling van de OVN wordt per 1 december versterkt met dr. Andreas Onnerfors, de nieuwe directeur van het Centre for Research into Freemasonry (CRF) aan de Universiteit van Sheffield. Onnerfors hoopt Nederland in de lente van 2008 te bezoeken, onder meer voor onderzoek in het Cultureel Maconniek Centrum te Den Haag. Met de OVN zullen dan de mogelijkheden voor samenwerking met het CRF worden besproken.
vrijdag 9 november 2007
Schootsvellen
Het is kort dag, maar de Franse vereniging voor de studie van textiel organiseert op 29 en 30 november a.s. een congres over de geschiedenis van schootsvellen en voorschoten in Museum Bernard d’Agesci. Hierbij komt uiteraard ook het maçonnieke schootsvel uitgebreid aan de orde. Het volledige programma is als download (pdf) voorhanden.
woensdag 7 november 2007
Recente publicaties
De overgang naar een digitale nieuwsbrief is een goed moment om een kleine inhaalslag te maken, waar het aankondigingen van relevante publicaties op het vakgebied betreft. De afgelopen periode verschenen onder meer:
- Helmut Reinalter (Red.), Aufklärung und Fundamentalismus (Interdisziplinäre Forschungen, Vol. 18), Studienverlag 2007, 56 pag., ISBN 978-3-7065-4333-0, € 14,90. Bestellingen: Studienverlag.
- Andreas Onnerfors (Red.), Mystiskt brödraskap – mäktigt nätverk: studier i det svenska 1700-talsfrimureriet (= Mystieke broederschap – machtig netwerk: studies van de 18de eeuwse Zweedse vrijmetselarij). Met bijdragen van Henrik Bogdan, Anders Simonsen, Jonas Andersson. Bevat een alfabetische lijst van 4300 leden van de Zweedse Orde van vrijmetselaren in de 18de eeuw, die ook voor niet-Zweden van groot belang is. Prijs: 220 SEK (= ca. € 25,-) excl. porti. Bestellingen: kult@kult.lu.se.
- Herman van Bergeijk, Jan Wils 1891–1972. De Stijl en verder, Uitgeverij 010, ISBN 978 90 6450 567 6, € 39,50. Over de architect en vrijmetselaar Jan Wils, die onder meer verantwoordelijk was voor het interieur van loge Silentium te Delft. Bestellingen: Uitgeverij 010.
- Helmut Reinalter (Red.), Mozart und die geheimen Gesellschaften seiner Zeit (Quellen und Darstellungen zur europäischen Freimaurerei, Vol. 7), Studienverlag 2007, 122 pag., ISBN 978-3-7065-4384-2, € 16,90. Bestellingen: Studienverlag.
- Travaux de la Loge de recherche en histoire maçonnico-maritime The Link # 2 (Nantes), Vol. III, Éditions Le Phare de Misaine 2007, ISBN 2-9506837-7-0, € 12,- incl. porti. Bestellingen: Jean-Marc van Hille (redacteur).
- Henrik Bogdan, Western Esotericism and Rituals of Initiation (SUNY series in Western Esoteric Traditions), State University of New York Press, $ 65 (hardcover), te verschijnen in 2008: paperback $ 21,29, ISBN13: 978-0-7914-7070-1. Bestellingen: SUNY Press.
Ook diverse publicaties op verwante vakgebieden verdienen aandacht:
- J.C.H. Blom/B. Gasenbeek/J. Nabuurs, God noch autoriteit. Geschiedenis van de vrijdenkersbeweging in Nederland, Uitgeverij Boom, Amsterdam 2007, ISBN-13: 9789085063582, 336 pag., ill., € 24.50. Bestellingen: Uitgeverij Boom.
- Coen Ackers, Het regent steenen: de spirituele erfenis van Nederlands-Indië, Bolongaro Publishing, Amsterdam 2007, 393 pag., ill., ISBN 9789078946014, € 21,50. Bestellen: Bolongaro Publishing.
- Een nieuw academisch tijdschrift Magic, Ritual, and Witchcraft. Meer informatie: The University of Pennsylvania Press.
- Helmut Reinalter (Red.), Aufklärung und Fundamentalismus (Interdisziplinäre Forschungen, Vol. 18), Studienverlag 2007, 56 pag., ISBN 978-3-7065-4333-0, € 14,90. Bestellingen: Studienverlag.
- Andreas Onnerfors (Red.), Mystiskt brödraskap – mäktigt nätverk: studier i det svenska 1700-talsfrimureriet (= Mystieke broederschap – machtig netwerk: studies van de 18de eeuwse Zweedse vrijmetselarij). Met bijdragen van Henrik Bogdan, Anders Simonsen, Jonas Andersson. Bevat een alfabetische lijst van 4300 leden van de Zweedse Orde van vrijmetselaren in de 18de eeuw, die ook voor niet-Zweden van groot belang is. Prijs: 220 SEK (= ca. € 25,-) excl. porti. Bestellingen: kult@kult.lu.se.
- Herman van Bergeijk, Jan Wils 1891–1972. De Stijl en verder, Uitgeverij 010, ISBN 978 90 6450 567 6, € 39,50. Over de architect en vrijmetselaar Jan Wils, die onder meer verantwoordelijk was voor het interieur van loge Silentium te Delft. Bestellingen: Uitgeverij 010.
- Helmut Reinalter (Red.), Mozart und die geheimen Gesellschaften seiner Zeit (Quellen und Darstellungen zur europäischen Freimaurerei, Vol. 7), Studienverlag 2007, 122 pag., ISBN 978-3-7065-4384-2, € 16,90. Bestellingen: Studienverlag.
- Travaux de la Loge de recherche en histoire maçonnico-maritime The Link # 2 (Nantes), Vol. III, Éditions Le Phare de Misaine 2007, ISBN 2-9506837-7-0, € 12,- incl. porti. Bestellingen: Jean-Marc van Hille (redacteur).
- Henrik Bogdan, Western Esotericism and Rituals of Initiation (SUNY series in Western Esoteric Traditions), State University of New York Press, $ 65 (hardcover), te verschijnen in 2008: paperback $ 21,29, ISBN13: 978-0-7914-7070-1. Bestellingen: SUNY Press.
Ook diverse publicaties op verwante vakgebieden verdienen aandacht:
- J.C.H. Blom/B. Gasenbeek/J. Nabuurs, God noch autoriteit. Geschiedenis van de vrijdenkersbeweging in Nederland, Uitgeverij Boom, Amsterdam 2007, ISBN-13: 9789085063582, 336 pag., ill., € 24.50. Bestellingen: Uitgeverij Boom.
- Coen Ackers, Het regent steenen: de spirituele erfenis van Nederlands-Indië, Bolongaro Publishing, Amsterdam 2007, 393 pag., ill., ISBN 9789078946014, € 21,50. Bestellen: Bolongaro Publishing.
- Een nieuw academisch tijdschrift Magic, Ritual, and Witchcraft. Meer informatie: The University of Pennsylvania Press.
maandag 5 november 2007
Gebouw De Bazel: van geldtempel naar cultuurtempel
Amsterdam telt een aantal grote gebouwen die bepalend zijn voor het beeld van de stad, waaronder het voormalige hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij aan de Vijzelstraat. Het is ontworpen door K.P.C. de Bazel (1869-1923), in nauwe samenwerking met A.D.N. van Gendt (1870-1932) en voltooid in 1926. De Bazel overleed drie jaar voor de oplevering van het gebouw. Daardoor heeft hij de positieve ontvangst van zijn laatste grote schepping bij de officiële opening, op 4 oktober 1926, niet mogen meemaken. Een tijdgenoot schreef: ‘Regelmaat, welgekozen verhoudingen, een prachtig evenwicht van lijn en kleuren beheerschen deze tempel, die een kunstwerk is.’
In 2000 verliet de ABN AMRO het monumentale hoofdkantoor in de binnenstad en werd begonnen met het geschikt maken van het gebouw voor het Stadsarchief van Amsterdam. Het gesloten bankgebouw is inmiddels verbouwd tot een voor iedereen toegankelijke openbare instelling. Ter gelegenheid van de opening verscheen een ‘biografie’ van het gebouw: De Bazel. Tempel aan de Vijzelstraat in Amsterdam.
Het boek vertelt de geschiedenis van het gebouw van bank tot archief: de ontwerp- en bouwgeschiedenis, de plek in de stad, het fenomeen van het vroeg twintigste-eeuwse kantoorgebouw, het interieur, de gebruiksgeschiedenis, de restauratie door architectenbureau Fritz en de verbouwing door Claus en Kaan Architecten.
In het artikel ‘De Borobudur van Amsterdam’, analyseert OVN-seretaris Marty Bax de esoterische iconografie en structurele elementen van het gebouw, die werden geinspireerd door de moderne theosofie en de (gemengde) vrijmetselarij.
Het gebouw stond indertijd bekend als de ‘geldtempel’, maar De Bazel heeft het commerciele doel van zijn opdrachtgevers vermengd met oosterse spirituele architectuurconcepten, met name ontleend aan de meest belangrijek Buddhistische temple in de toenmalige Nederlandse kolonien: de Borobudur op Java. Bax beargumenteert dat het exterieur van het gebouw theosofisch moet worden geinterpreteerd als de drie evolutiestadia van groffe stof naar pure geest. In het interieur domineren daarentegen maconnieke concepten. Zo is het ‘kruis van arbeid en overwinning’ in het ontwerp te herkennen, evenals lichtsymboliek die verwijst naar ‘het zien van het licht’ tijdens het ritueel. Het gebouw geldt dan ook als een van de belangrijkste bewaard gebleven esoterische monumenten in Nederland en Europa.
Publicatiegegevens: M. Hageman, S. van Odenhoven & L. Smit (red), De Bazel. Tempel aan de Vijzelstraat te Amsterdam, Bussum, Thoth Publishers 2007, ISBN 978 90 6868 442 1, € 39,90. Met bijdragen van M. Bax, M. Bock, G. Hoogewoud et al.
zondag 30 september 2007
Welkom !
Het is enige tijd stil geweest rondom de OVN, wat echter niet betekent dat het bestuur heeft stilgezeten. Achter de schermen is hard gewerkt aan de voltooiing van diverse erfgoedprojecten, waarvoor de OVN in 2005 en 2006 subsidies werden toegezegd, waaronder de pilot study naar logegebouwen uit de periode voor 1945 en de inventarisatie van maçonnieke documenten in openbare archiefcollecties. Ondertussen werd een nieuwe oproep voor beurskandidaten gedaan. Daarnaast zijn met diverse organisaties gesprekken gevoerd over het inventariseren van de historische archieven van gemengde vrijmetselaarsorden en andere esoterische organisaties uit de periode voor 1945, een project dat voor 2008 in de planning staat. Binnenkort verschijnt de Archiefwijzer in druk.
Omdat het kleine bestuursteam ook in het dagelijkse leven buiten de OVN een drukbezette agenda heeft, is de verzending van de nieuwsbrief er eerder dit jaar bij ingeschoten. Er is dan ook gezocht naar een andere, minder kostbare en meer efficiënte weg om relaties van nieuws vanuit het vakgebied en de OVN-kringen te voorzien middels deze nieuwe weblog (= blog). Voordelen van een blog zijn, dat deze frequent kan worden bijgewerkt en lezers hun reacties op berichten kunnen plaatsen. Voeg deze pagina dus toe aan uw 'favorieten' en bezoek ze regelmatig.
Persberichten, aankondigingen en verslagen van lezingen en congressen, aankondigingen en recensies van publicaties, en ander relevant nieuws op het vakgebied is welkom bij de redactie: info@stichtingovn.nl.
Omdat het kleine bestuursteam ook in het dagelijkse leven buiten de OVN een drukbezette agenda heeft, is de verzending van de nieuwsbrief er eerder dit jaar bij ingeschoten. Er is dan ook gezocht naar een andere, minder kostbare en meer efficiënte weg om relaties van nieuws vanuit het vakgebied en de OVN-kringen te voorzien middels deze nieuwe weblog (= blog). Voordelen van een blog zijn, dat deze frequent kan worden bijgewerkt en lezers hun reacties op berichten kunnen plaatsen. Voeg deze pagina dus toe aan uw 'favorieten' en bezoek ze regelmatig.
Persberichten, aankondigingen en verslagen van lezingen en congressen, aankondigingen en recensies van publicaties, en ander relevant nieuws op het vakgebied is welkom bij de redactie: info@stichtingovn.nl.
Nieuwe directeur CRF
Eerder dit jaar legde prof. Andrew Prescott zijn functie als directeur van het Centre for Research into Freemasonry (CRF) aan de Universiteit van Sheffield neer. Inmiddels is bekend dat hij per 1 oktober 2007 zal worden opgevolgd door de Zweedse onderzoeker Andreas Önnerfors.
Önnerfors promoveerde in 2003 op een studie van de Duitse gebieden die in de 18de eeuw aan de Zweedse kroon toebehoorden. Sindsdien heeft hij diverse artikelen over vrijmetselarij geschreven en diverse congressen op het vakgebied georganiseerd. In 2005 kreeg Önnerfors nog samen met dr. Henrik Bogdan een OVN reis- en onderzoeksbeurs toegewezen voor onderzoek in het Cultureel Maçonniek Centrum 'Prins Frederik' te Den Haag, en was hij een van de sprekers op het symposium 'Masonic & Esoteric Heritage’. Hij was tot voor kort verbonden aan het Centrum voor Europese Studies aan de Universiteit van Lund.
Het bestuur van de OVN is verheugd over deze benoeming en voorziet dat ze de samenwerking tussen Nederlandse onderzoekers en het CRF zeer ten goede zal komen.
Önnerfors promoveerde in 2003 op een studie van de Duitse gebieden die in de 18de eeuw aan de Zweedse kroon toebehoorden. Sindsdien heeft hij diverse artikelen over vrijmetselarij geschreven en diverse congressen op het vakgebied georganiseerd. In 2005 kreeg Önnerfors nog samen met dr. Henrik Bogdan een OVN reis- en onderzoeksbeurs toegewezen voor onderzoek in het Cultureel Maçonniek Centrum 'Prins Frederik' te Den Haag, en was hij een van de sprekers op het symposium 'Masonic & Esoteric Heritage’. Hij was tot voor kort verbonden aan het Centrum voor Europese Studies aan de Universiteit van Lund.
Het bestuur van de OVN is verheugd over deze benoeming en voorziet dat ze de samenwerking tussen Nederlandse onderzoekers en het CRF zeer ten goede zal komen.
Emeritaat Anton van de Sande
Prof.dr. Anton van de Sande, sinds 2001 houder van de bijzondere leerstoel 'Vrijmetselarij als geestesstroming en sociaal-cultureel verschijnsel in Europa' aan de Universiteit Leiden, legt binnenkort zijn functie neer. Als eerste hoogleraar op het vakgebied in Nederland heeft hij waar pionierswerk verricht. Van de Sande heeft aangegeven als emeritus hoogleraar de nog lopende promotieonderzoeken bij de leerstoel te blijven begeleiden en zal ongetwijfeld ook op andere wijze nog een stimulerende rol in het vakgebied blijven spelen. Zo heeft hij eerder dit jaar de uitnodiging van het bestuur van de OVN om deel te nemen aan het comité van aanbeveling van de stichting aanvaard.
De leerstoel, die mogelijk gemaakt wordt door de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, is voor een periode van vijf jaar verlengt. De Universiteit Leiden heeft een vacature voor een hoogleraar geplaatst, waarvan de sluitingstermijn reeds is verlopen. Verwacht wordt, dat Van de Sande's opvolger in januari 2008 bekend zal zijn.
De leerstoel, die mogelijk gemaakt wordt door de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, is voor een periode van vijf jaar verlengt. De Universiteit Leiden heeft een vacature voor een hoogleraar geplaatst, waarvan de sluitingstermijn reeds is verlopen. Verwacht wordt, dat Van de Sande's opvolger in januari 2008 bekend zal zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)